De eerste daken van de kapellen in het Ommelse Processiepark zijn losgemaakt, sommige delen en staties zijn weggetakeld, de Calvarieberg oogt uitgekleed en de Mariagrot staat in de steigers. Zandenbouw is na jarenlange voorbereiding begonnen aan het restaureren van alle schatten die het park van het bedevaartsoord in huis heeft. Ze weten wat ze doen, de mannen uit Aarle-Rixtel. Hoe ouder hoe liever deze vaklui het hebben.
Met een lach zwaait hun baas, Joris van der Zanden, de voordeur van Kasteel Croy open. Daar houdt hij kantoor. Logische plek voor een restaurateur van oude, vaak religieuze bouwwerken. ,,Wij hebben hier zelf aan gewerkt.” Konden ze er net zo goed ook intrekken, temidden van andere bedrijven. Het is wel iets anders dan een modern kantoor, maar ook duurzaam? ,,Ha”, lacht hij, ,,niet als het over energiekosten gaat, maar niets is zo duurzaam als dit kasteel.” Het stond er deels al 650 jaar geleden, wil hij maar zeggen. Nu huist hij met zijn bedrijfje in een van de torens. Op stand.
Verder moet hij niks van opsmuk hebben. Hier staat een aannemer met liefde voor oerdegelijk restauratiewerk en voor geschiedenis. Daar kiest hij circa negen jaar geleden, dan al een tijdje voor zichzelf begonnen, bewust voor. Hij moet voor tien klanten huizen uitrekenen; ,,En ik had er geen een.” Dat was het beslissende moment.
Alleen maar monumenten
Dan maar over een heel andere boeg. Wat boeit hem het meest? Geschiedenis. Wat trekt hem het meest? Zuidoost-Brabant, met zijn gemoedelijke Peeldorpen, het boerenland én talloze monumenten. Die combinatie betekent voor hem het licht: hij neemt nog alleen maar monumenten aan. Kerken (Meijel, Boxtel etc), boerderijen, complete schuren verplaatsen (Vlierden), Van Gogh-monumenten in het Nuenen van zijn moeder, oude dorpspompen, hagelkruizen: ,,Eentje maar, he, in heel Europa en het staat hier aan de Hagelkruisweg. Daar ben ik heel trots op.” Hij heeft aan die straat ook zijn werkloods.
Wie bij hem in het bedrijf wil komen, moet bereid zijn tot leren. Leren hoe ze het vroeger deden, de ambachtslieden, met eerlijk natuurlijk materiaal en oude werkinstrumenten. ,,Als je hier komt werken, is het frotten geblazen.” Hij zwijgt even: ,,Dat is het grootste compliment dat je iemand kunt geven die door frotten een passende oplossing vindt. Jongens die ‘lopen’ met twee o’s schrijven kunnen dingen maken die zo ongelooflijk creatief zijn, daar heb ik bewondering voor. Moderne bouw is mij teveel op theoretische studie gericht. Maken, doen, daar draait het om. Wij kennen ook geen tussenlaag of zo, onze jongens regelen zelf het werk met opdrachtgevers. Samen kunnen zij iets wat anderen niet kunnen.”
Geluk voor allebei
De naam van de Zestieneikenschuur valt. In Berlicum moest een schuur komen in de plaats van zeven eiken. Aangevuld met negen eiken bouwde Zandenbouw een monumentale schuur. ,,Architect Hilberinkbosch wist hoe het esthetisch moest, onze timmerman wat er kon en dat betekende geluk voor allebei.” Voor het voormalig woonhuis van Jeroen Bosch in de hoofdstad werd hij ook gevraagd, als kleintje tussen allerlei grotere concurrenten elders uit het land. ,,Dat deed me wel wat, maar het was te veel capaciteit gevraagd voor mijn bedrijf.”
Samen met zijn vrouw leidt Joris van der Zanden de aannemerij die naast een werkvoorbereider, acht timmermannen, twee metselaars en een stagiaire telt. Gemeenten, landschapsorganisaties en het bisdom zijn de vaste opdrachtgevers. Logisch dat de mensen van Processiepark Mariaoord in Ommel ook bij hem aangeklopt hebben. ,,Ommel is voor ons geen groot werk, wel eervol. Deze streek verschilt van de rest van Brabant vanwege de Mariaverering, kijk naar Handel, Mariahout, Ommel. Allemaal in een prachtige parkachtige omgeving. En het verhaal van het beeldje van Ommel, bijzonder. Ons mam steekt altijd nog een kaarsje aan als een nichtje examen moet doen of zo. Dat doen veel moeders. Dat zegt iets. Net als de verhalen over hoe zwaar Ommel geleden heeft onder de oorlog.”
Ook de op te knappen onderdelen in het hart van Ommel spreken hem tot de verbeelding. ,,Zo’n Mariagrot, dat is toch super. Is gemaakt van staalslakken uit een Astens fabriekje van 100 jaar geleden. Kun je nergens meer krijgen. Al zijn ze waarschijnlijk nu geslaagd, bij Hoogovens in IJmuiden.”
Er is veel slijtage
Wat er allemaal aangepakt moet worden, heeft Koen Janssen op een rij gezet. Hij is een van de werkvoorbereiders en speciaal met Ommel belast. ,,Omdat hij uit Asten komt.” Het lijstje dat Janssen opsomt is omvangrijk en allemaal afgestemd met de Rijksmonumentendienst. Veel hardsteen van de kapellen is aangetast door weer en wind, er is veel slijtage aan de staties. Deels kan het ter plekke worden opgeknapt, deels moeten kappen eraf, staties naar de werkplaats, in een enkel geval zelfs naar een beeldhouwer. De bevestigingen van de kapellen worden vervangen door rvs-staal. Het kruis van de Calvarieberg met de kwetsbare corpus wordt liefdevol bevestigd aan een steiger zodat bij de demontage echt niks stuk kan gaan.
Scheuren, kapot gevroren hoeken, voegwerk, het komt allemaal voorbij. In het geval van het voegwerk in Ommel moet het bedrijf zich uitdrukkelijk aan de voorschriften houden. Ze mogen bijvoorbeeld voegen niet helemaal vervangen, waarmee je in hun ogen wel het risico loopt dat in die delen over enige tijd weer slijtage ziet optreden. Van der Zanden hecht aan wat hij als eerlijk restaureren betiteld. ,,Een voorbeeld: je hebt een eiken poort en kozijn van 600 jaar oud hout; dat hout herken je aan de zaagsneden. Bij een restauratie wordt de deur als rot betiteld en vervangen door hardhout, het kozijn niet. Je ziet het verschil toch niet? Tien jaar later is ook het kozijn rot en wordt vervangen door hout dat op die poort lijkt. Het verhaal van 1400 is dan weg.” Daar gruwt hij van.
Betrokkenheid van vrijwilligers
In Ommel komt het allemaal goed, dat zal in augustus blijken als het werk klaar is, geeft hij aan. Hij heeft het volste vertrouwen in zijn mensen; behalve Koen Janssen is er nog een collega uit de buurt bij de restauratie betrokken: ,,Rik Verhees, die woont er tegenover. Dat is een bewuste keuze: dat vinden opdrachtgevers fijn, mensen uit de eigen plaats, dat wil beter gedaan zijn. Maar andersom is het voor ons ook fijn door de grote betrokkenheid van de vrijwilligers in Ommel. Het is geweldig wat die hier net als in andere kleine dorpen doen. Dat is prettig samenwerken,” aldus Van der Zanden.
Koen Janssen heeft nog een laatste nieuwtje: ,,De offerblok bij de Calvarieberg is weer open”, lacht hij. ,,maar of dat zo blijft, weet ik niet. De gleuf was dichtgemaakt. Er werd kennelijk niet alleen geld in geworpen maar er ook uitgehaald.”